Woensdag zat ik in North Bank, daarom kon ik niet posten.
Daarom nu: the-extra-long- blog-version. Zet alvast een redbulleke gereed, zet
u brilleke goed en leef u vooral in, in
ons North Bank avontuur alsof je er zelf was ;-)
Dag 61: zondag 5 mei
Zondag is de stomste dag van de week. Voor iedereen is dat
maandag, behalve voor mij. Zowel in Gambia als in België. Niets goed aan zondag,
thuis lig je meestal te bekomen van u zwaar weekend, ontdek je opeens dat je
nog veel te veel te doen hebt en kan je ’s avonds niet in slaap geraken
aangezien je te lang hebt geslapen overdag… Het zit gewoon in u lijf die
‘zondag’. Hier in Gambia is dat niet anders… Ik haat zondagen hier. Het huis is
leeg want iedereen heeft een dagje verlof, er is geen eten in huis en onze lessen
moeten voorbereid worden… Maar we hebben er het beste van proberen maken!
De uitstap naar het internetcafé was alleen niet zo slim
geweest vandaag... Er was té weinig volk om tegen te praten en daarom heb ik,
tegen de verveling in, foto’s van facebookers kunnen bekijken… Slecht plan. Overal
foto’s van mensen met sangria op een terras, kidding me?! Ik zou speciaal
overvliegen om een sangria te drinken! Daarom drink ik er minstens 3 achter
elkaar als ik terug ben, gewoon, uit principe.
We zijn vandaag naar de tailor gegaan! Stel je daar geen
grote toch bij voor… Het is gewoon de baan oversteken. Onze tailor, Baboucar,
is een schatje. Hij had een tasje gemaakt voor Dani en mezelf. Toen we
daarbinnen stonden te wachten op het resultaat, zag Dani nog een leuk stofje
liggen in de prullenbak. Het was net groot genoeg om nog een tweede tasje van
te maken. Ze had het eruit gegrabbeld en was het aan het bekijken. Babou
begreep, als een onechte man, haar signalen en gaf haar het als geschenk, gratis!
Waar je normaal 50 Dalasis voor moet betalen, kreeg ons blondie gratis! Hij had
dan toch een beetje medelijden met mij en begon voor mij ook zijn prullenbak
uit te keren. Ik kreeg uiteindelijk ook één of ander overschotje.. Was het
mooi? Nope… Maakt hij er iets mooi van? Nope… Het wordt een Afrikaans vrouwenhemd.
Wat denk je? Verbanden die handel als ik thuiskom? Ik trek er heeeel misschien
een foto van ;-).
Dag 62: maandag
Het begon al gisterennacht: Ik geraakte niet in slaap, ik
had net naar ‘Dear John’ gekeken en heb een half uur zitten snotteren toen Dear
John zijn papa stierf… Ook al weet ik dat dat stuk gaat komen, aangezien ik die
film al 9 keer heb gezien, tóch doe ik het mezelf elke keer aan! En ik zag
Daniëlle vanonder haar muskietennet al , helemaal verward , kijken naar mij en
denken van: “Moh Joyce?! Wat is er gebeurd? Ge moet toch niet zo wenen om die
sangria’s op facebook! Binnen drie weken krijgt ge er zelf drie!” Maar nee… ’t
was gewoon Dear John zijn papa… Ik heb het dus nog half 2 zien worden, ik kon
de slaap niet vatten.
Deze morgen waren mijn oogskes klein en geloof het of niet…
ik zag, onder mijn bruin laagske, bleek. Voorspelt nooit veel goeds bij mij! Toch naar school gegaan, maar ik zat nog geen
10 minuten neer en ik voelde mij echt niet goed worden. Ben ik maar terug naar
huis gegaan en heb heel de dag…. in mijn bed gelegen! Want morgen frisse vis
voor de North Bank.
’s Avonds, tijdens het avondeten, was het nog een laatste
gesprek over onze trip naar NB. Pat ging helemaal op in het moment en raadde
ons aan om zeker 1 koffielepel zout te eten voor ons vertrek, zodat we
voldoende water konden ophouden als het 45° zou zijn… En we moesten zeeeeker
(!) minstens 3 liter drinken, om uitdroging (en eventuele dood precies?!) te
voorkomen. We gaan zelfs helemaal survival style: We moeten een lap stof rond
onze fles water binden, die we vastmaken met een touw. We moeten dan die stof
nat houden en zo blijft ons water altijd fris! De Pat ziet het al gans zitten. Kristien,
zijn vrouw, moest heel de tijd te lachen met zijn uitleg en tips: “Maar alééé
Pat… Da zijn nu toch geen beesten!”
Morgen om 5 uur opstaan dus vroeg ons bedje in, want….
“Morgen begint het avontuur dat we heel ons leven zullen meedragen.” (quote van
dé Pat)
Dag 63, 64, 65: Driedaagse North Bank
De wekker ging af om 5, ik deed mijn ogen open en ik dacht
bij mezelf: “Hm.. het valt precies nog mee, ik ben goed wakker!”. We maakten
onszelf en onze bagage klaar om een 6 uur lang durende tocht te trotseren. Habib,
onze dagwaker bracht versgebakken, WARME tapalapa’s… iets gans anders dan die
verlepte, taaie dingen tegen dat wij ontbijten!
Toen we een goed laagske hadden gelegd, stapten we in de
taxi, op weg naar de ferry. Daar kwam ik al terug op mijn “Hm.. ik ben goed
wakker!”, want ik was al aan het knikkenbollen. Dan volgde de ferrytocht… Dat
was een beetje overweldigend waardoor ik meteen weer wakker was. Vergelijk het Gambiaans
volk met een bende wilde beesten en de ferry met 1 lekker, gewond antiloopje
dat in het midden van een veld ligt. De wilde beesten worden op hetzelfde
moment losgelaten… moet ik geen tekeningske bij maken zeker? Toen we er eindelijk op zaten en de lange
tocht begon, voelde je, hoe dichter we bij de overkant kwamen, het warmer
worden. Het was wel gek die ferry, er zaten zelfs beesten op (lees koeien,
kippen,..)!
We vielen ver van onze ferrystoel toen we stopten met varen,
de zon gaf ons bijna letterlijk een klop op onze kop. Maar de tocht was nog
steeds niet gedaan… we moesten nog anderhalf uur rijden en dat nóg meer
landinwaarts. We stapten allen in de laadbak van een auto en reden naar onze
bestemming. Hoe dichter we bij North Bank kwamen, hoe droger en warmer het
werd… Zo warm dat ik echt gene blijf met mezelf wist.. Ge kent dat wel…
wanneer ge niet weet waar kruipen ;-).
Dat gevoel heb ik eigenlijk 3 dagen lang gehad… Maar daar kom ik nog op terug!
Aangekomen in ons dorp Mandori, werden we achtervolg door iets
wat je weeral kon vergelijken met wilde beesten… alleen waren wij nu het
lekker, gewond antiloopje dat door de straat huppelde. En de wilde beesten
konden blijkbaar ook praten want ze riepen allemaal te samen… raad zelf maar….
“Tubab! Tubab!”. We werden zeker door 70 man achtervolgd!
We mochten plaatsnemen op een plein waar stoeltjes stonden, daar
werden we voorgesteld aan het dorpshoofd die ons wat uitleg gaf in het Mandinka’s.
Mozes, onze Gambiaanse begeleider die wél Engels kan, vertaalde dat dan voor
ons. Hij heette ons welkom en heel de rimram dat een dorpshoofd hoort te zeggen…
De dorpsbewoners keken ons ondertussen aan alsof we van één of andere rare planeet
kwamen, de kindjes waren zelfs bang en bleven op afstand. En als ze
uiteindelijk dan toch wat dichterbij durfden komen… draaide ik mij eens om,
schrokken ze en gingen ze terug 5 stappen achteruit!
We kregen allemaal een familie toegewezen met 1 gastvrouw of
-heer. Ik kreeg Aminata, een jong meisje van 23 die nog een kop kleiner was als
ikzelf, Dani kreeg Lisa, een meisje van 20. Mara, PJ en Bert kregen alle drie
een getrouwde man toegewezen.
Samen met onze host vertrokken we naar onze compound. We
lagen allemaal niet zo ver van elkaar, maar de tocht leek eindeloos in 45° en op
heet zand… Ik voelde mij helemaal niet op mijn gemak aangezien we allemaal uit
elkaar getrokken werden en ik samen met een horde van 30 pubers naar mijn
compound vertrok. De meisjes waren constant aan het lachen en aan het giechelen
en ik kon natuurlijk nooit meelachen want ik verstond hen niet! En iets in mij
zei dat hun gegiechel over mij ging, aangezien ze ongegeneerd aan het wijzen
waren. Ze konden geen woord Engels… dat zorgde natuurlijk voor grappige, maar
soms ergerlijke momenten! Ik probeerde soms iets met handen en voeten uit te
leggen en nóg begrepen ze het niet.
Toen we aankwamen in de compound werd ik begeleid
naar onze kamer… Idd “onze”, want Dani en ik kregen “het geluk” samen te liggen
met onze gastmeisjes in 1 bed, terwijl die andere lucky bastards een ganse
kamer voor zichzelf hadden. Een korte beschrijving van de kamer: Je had een
vloer bedekt met zand en honderden mieren en termieten, stenen muren, een
golfplaat als dak waardoor onze kamer een stuk in de open lucht was, 1 bed en 1
tafeltje en een golfplaat als deur naar ons “achtertuintje” waar onze
douche/wc/wasplaats (alles in 1 ruimte) was.
De douche was gewoon een emmer water en de wc… een put van 10 cm
doorsnede in de grond! Goed mikken was dus vereist ;-) Ha ja! Voor ik het
vergeet, sommige dingen die ik ga vertellen zijn ver van smakelijk… maar ik ga
het mij niet aantrekken want zo is het leven in Afrika nu eenmaal, sorry voor
de gevoelige zieltjes! En ik moet jullie toch mee zien te krijgen in mijn
verhaal zeker ?!;-)
Terug naar het moment dat ik aankwam in de compound met mijn
puberale volgelingen… Ik kan het echt in details vertellen, want het speelt nog
af als een filmpje in mijn hoofd, maar dan ben ik te lang bezig… dus nadat ze
de deur hadden geopend voor mij, mocht ik op het bed zitten en zij gingen rond
mij zitten op de grond alsof ik een koningin was. En 60 ogen staarden mij
alleen maar aan…. Ik zat daar zo ongemakkelijk als iets en wou het liefst van
al gewoon zelf als een wild beest weer op die ferry springen, terug naar
Manjai. Maar dat ging natuurlijk niet, aangezien de Pat ons al had
achtergelaten met zijn auto.
… Dus ik besloot er het beste van te maken, mij er over te
zetten en dan maar een gesprekje te proberen aanknopen. Mislukt. Het enige dat
ze konden zeggen was: “Jainaba nice, Jainaba nice”, ik weet nu zeker, achter 50
keer dat zinnetje te horen, dat ze mij nice vonden! Mijn conversaties met
Aminata en haar vriendinnen bestonden ook voor de komende drie dagen vooral uit
staren, eens lachen naar elkaar, weer staren en af en toe een gebaar dat ze dan
uiteindelijk toch niet begreep en natuurlijk… “Jainaba nice”. Maar het was toch
een schatje, Aminata. Al van het begin van mijn verblijf ontfermde ze zich
enorm over mij! Ik kon mij niet draaien of ze stond er ook! Als ze kon, zou ze
mij zelfs gewassen hebben, bij wijze van spreken. De familie zelf was ook heel
groot, bijna iedereen van het dorp heette “Dremmeh” met hun achternaam, ik werd
dan ook van de ene naar de andere compound gesleurd om met iedereen kennis te
maken, terwijl niemand Engels kon.
Onze compound zelf was nog wel gezellig buiten… niet al te
groot, 1 boompje in het midden van het plein, een paar stallen waar onze
geitjes en ezels en kippen sliepen en de kamertjes. We woonden daar samen met
de mama van Aminata en haar broer met zijn vrouw en kind, Binta. Binta was
enorm schattig, ze was maar 1 jaartje oud en was eerst heel bang van mij, maar
naarmate ze mij meer zag verschijnen in de compound, wuifde ze al eens naar mij
en kreeg ik al eens een lach op haar mondje getoverd! De kindjes waren er wel
heel vuil… mensen die mijn foto’s kunnen bekijken, zullen dat wel zien.
Ik had mij net wat over het hele gebeuren gezet, toen er een
ramp gebeurde: er kroop een dikke spin over mijn muskietennet. En meestal als
ik “dik” zeg , overdrijf ik, maar deze keer echt niet!!! Een dikke zwarte spin
met dikke zwarte poten en ik zweer het, ik kon bijna zijn ogen zien en ze keken
alle 20 naar mij! Ik kon dus niet meer genieten van mijn dode, stille momenten
met Aminata op de kamer want ik moest alleen maar aan die spin denken en die
heel de tijd in het oog houden met mijn pillamp… Aminata zat heel de tijd
onbegrijpend naar mij te kijken, maar ik kon haar natuurlijk niet uitleggen wat
er gaande was. Na uren twijfelen, (en toen de spin zich in beweging zette…) besloot
ik iemand van het mannelijk geslacht in te roepen en heb uiteindelijk naar ons
bijbelfiguur gebeld om ze te komen doden voor mij :-) Maar de beestjes gunden mij
de rust écht niet… want nog geen 10 minuten later kropen er twee grote
kakkerlakken over de muur. Aminata vond het zo nodig om ze op de grond te slaan
waardoor ze onder ons bed vluchtten… Ik voelde het al… ik ging heerlijk slapen
die nacht!
Ondertussen was de nacht gevallen en waren we allemaal
uitgeteld… Aminata en Lisa (mijn en Dani’s host meisjes) wouden nog eens
uitgaan… alé ja “uitgaan”… dat is in het donker wat dansen en djembee spelen op
het dorpsplein. Ze wouden ons meenemen, maar ik wou alleen nog maar dansen in mijn
bed, ik kon niet meer en ik viel overal waar ik zat in slaap. Na 1 uur
gebarentaal te gebruiken, om haar te overtuigen dat ik al wou slapen en zij
alleen kon gaan, liet ze mij toch in mijn eentje naar de compound vertrekken. Ik
bleef alleen achter, just me and de pillamp. Het volgende dat ik ga vertellen,
is wat ik bedoel met wansmakelijk… maar het is gebeurd en het is achteraf
bekeken wel grappig dus… maar, leg u eten alvast aan de kant.
Het was pikkendonker in de compound, niemand in de buurt.
Het was er muisstil, buiten de ezel en de geit die hen af en toe lieten horen
en rondliepen op het plein. Ik deed mijn nachtelijke routine, op een zeer ongemakkelijke,
bijna festivalachtige manier… Alleen was er deze keer niemand om mijn
spiegeltje vast te houden en om met mijn pillamp in mijn ogen te schijnen als
ik mijn lenzen eruit wou halen… Ik was dus enorm aan het sukkelen! Toen volgde
het tanden poetsen… Ik zat er op een stoeltje, nog steeds alleen in het donker,
met mijn pillamp in het ene hand en tandenborstel in het andere. Bij elk
geluid, klopte mijn hart een beetje harder en checkte ik heel die compound met
mijn lamp. Toen ik mijn mond moest spoelen met mijn fles water, moest ik dé
keuzen maken: of terwijl sukkelen, of de pillamp even neerleggen. Het is het
tweede geworden… meest enge moment van mijn leven! Dan naar toilet…………… Ik ging
naar die put, die overdag nog ok leek en dacht bij mezelf: “Ok, het moment is
gekomen Joyce… het moet! Zet u er gewoon over, letterlijk en figuurlijk!” Ik
kwam er nietsvermoedend met mijn pillampje aan om naar het toilet te gaan en
toen zag ik het verschrikkelijkste dat ik ooit heb gezien.. beelden voor altijd
in mijn geheugen gegrift, nachtmerries forever: Die put en alles errond zat vol
kakkerlakken, maar echt VOL! Ze waren gigantisch én snel! Ze kropen er rond, ze
kropen er uit en ze kropen bijna over mijn voeten! Ik wist niet wat doen en ik
zag maar één uitweg op die moment: De dag voor ons vertrek hamerde Pat erop dat
we een plastieken bekertje moesten meepakken om onszelf mee te wassen, ons
tanden mee te poetsen en uit te drinken… wel….… ik heb dat bekertje, die bewuste
avond, voor andere doeleinden gebruikt….. :-) Don’t blame me, blame the cockroaches!
Ik was in paniek, ik wist niet wat doen! Maar achteraf konden we natuurlijk
lachen met mijn kakkerlakkenverhaal ;-) Gelukkig was Aminata gaan dansen die
avond én gelukkig dat je bijna nooit naar toilet moest omdat je al dat water
uitzweette!
Gelukkig had Bert, wél een wc pot. Alé die wc pot was
eigenlijk versiering… daaronder zat evengoed dezelfde put als bij mij thuis,
maar gewoon het feit dat er een pot op stond, deed me al wat aan Kadjendo
denken, als ik mijn ogen dicht deed dan toch.. Maar de pot stond evengoed ook
buiten, in de blakke zon, maar ’t is gewoon het gedacht he ;-)… Ik liep dus
vaak over het straat met mijne wc rol in de hand op weg naar Bert zijn wc! Achteraf
vertelde Bert, op een avond die eerst nog heel gezellig was, dat die wc pot ’s
avonds ook vol kakkerlakken zat. De avond was verpest.
Na heel het avontuur van de put, lag ik eindelijk in mijn
bed, helemaal alleen. Ik had mijn twee vaste gadgets mee: mijn pillamp en mijn
fan (waaier), want het was om te stikken in die kamer! Terwijl ik daar lag,
hoorde ik natuurlijk van alles… Ik had de deur wijd laten openstaan, zodat
Aminata binnen kon als ze terugkwam van het dansen. En daardoor stond er op een
gegeven moment gewoon een geit in het midden van onze kamer! Ik schrok mij een
ongeluk, ineens een geitenkop vanachter dat gordijn! Ik denk dat ik het eerste
half uur met mijn pillamp heb liggen rondkijken
in de kamer naar de beestjes, maar moest me uiteindelijk verplichten om hem uit
te doen en aan leuke dingen te denken zodat ik in slaap kon vallen… Het slapen
zelf was ook verschrikkelijk. Ten eerste was het snikheet ’s avonds. Het
“koelde af” naar 35 graden ’s nachts, dat spreekt voor zich zeker? Ondertussen
kropen er beesten (mieren, termieten, kevers, spinnetjes in en rond het bed en over
mij, Aminata was een snurkster en de matras was steenhard…. Maar voor die
beestjes had ik dé oplossing: ik smeerde mij vol, maar echt vol van kop tot
teen, met deet… ik stonk zo hard naar deet dat de beestjes in andere compounds
al gewaarschuwd waren voor mij.
De avonden waren eigenlijk heel donker in Mandori, de maan
scheen er blijkbaar niet en er was geen elektriciteit. Je zag dus niet voor je
voeten. Maar als je dan eens naar boven keek, zat je gewoon onder een
gigantische sterrenhemel. We verplichtten de Gambiaanse meisjes vaak om de
lampen even te doven en te genieten van het zicht, toch één prachtig positief
punt aan de nachten in Mandori, want zo’n sterrenhemel hebben we zelfs niet in
Manjai. We vergaten op slag de kakkerlakken, ratten en hyena’s die er rond
liepen.
’s Morgens werden we
gewekt door de moskee om half 6… en de ezels en hanen in de compound gunden mij
het uitslapen al helemaal niet, dus ik was steeds vroeg op post om mee in de
tuinen te gaan werken! Daar kweekten ze groentjes in en wij moesten die
bewateren door water uit de put te halen. Zwaar werkske in 45° en mijn schoenen
zijn voor in de vuilbak te smijten, maar het was toch leuk om te doen!
Buiten in de tuinen werken hadden we nog andere bezigheden
zoals noten kraken, onze haren laten vlechten en eten. We kamen echt niets te
kort, Aminata zorgde goed voor mij en haalde echt alles uit de kast om mij te
verzorgen. Zo maakte ze eten voor mij, veegde ze elk dag de mieren op in haar
kamer en gaf ze mij elke dag een kannetje vers water om mij te wassen
(gelukkig, want op mijne beker kon in niet meer rekenen! ;-)) Als welkomstgeschenk
kreeg ik zelfs Bisap juice.
Om water te krijgen moest je naar de dorpskranen… dat waren
taps waar veilig water, zonder wormeitjes, uitkwam. Daar vulden we onze
survivalflessen dagelijks 3 keer bij! En terwijl we dat water aan het drinken
waren, zweetten we het gewoon weer op dezelfde moment uit! Het leek dwars door
u te gaan.
’s Middags kon je vanaf 1 tot 5 niet buitenkomen van de
warmte. De zon was té hevig en het zand was zo heet dat het door je schoenen
brandde. Daarom stopt iedereen daar met werken en gaat iedereen binnen zitten en
ataya drinken in de middag. Wij dus ook.. Maar wij wisten echt geen blijf met
onszelf! Elke positie dat je aannam was te veel gevraagd, zelf in praten had ik geen zin. Het enige dat
wij dan maar deden was… een dutje! Dan merk je er het minst van. De eerste dag
was het in Bert zijn compound. Pj en Dani hadden zich in een groot bed
geïnstalleerd, Bert in een eenpersoonsbedje en ik had nergens plaats meer… dus ik
heb mij maar in alle bochten gewrongen om te slapen op een stoel! De tweede dag
zijn wij, de meisjes, gaan slapen op mijn bed… De kust leek veilig… maar toen
we ons ogen weer openden, zaten er opeens 6 Gambiaanse meisjes te staren naar hoe
de tubabs aan het slapen waren! :-) Speciaal volkske hoor!
Al bij al was het een toffe driedaagse, een hele belevenis,
maar ik was zo blij om weer thuis te zijn en in mijn put te kruipen ’s avonds. Ik
was steendood, het was super zwaar! Ik ben waarschijnlijk de helft nog vergeten
vertellen, ik kan sommige details echt niet in mijn blog beschrijven… bv. hoe
vuil het daar was en hoe arm de mensen daar zijn, het eten, de gewoontes, de
mensen die we hebben leren kennen, de grappige verhalen,… Maar dat is dan voor
de mensjes die ik nog veel ga kunnen vertellen bij mijn terugkomst ;-)
Dag 66 en 67: vrijdag en zaterdag
Ik kon mezelf niet eens meer herinneren hoe ik in mijn bed
ben gekropen, wat er nog gezegd is geweest… 1 zwart gat, ik ben direct in slaap
gevallen! En we hebben natuurlijk lang uitgeslapen… Vrijdag was een echte
chill-dag, niets gedaan buiten wat rondgehangen thuis en de verhalen verteld over
NB tegen ons Aminata, die om de vijf lappen strijk van het lachen lag! Vooral
met de verhalen van Daniëlle die van 1 tot 6 ‘s nachts heeft wakker gelegen
omdat er ratten over haar bed liepen en mijn kakkerlak-bekertje-incident…
Zaterdag was het teachers meeting, maar dan de grote versie
met 40 man, bij ons thuis in Kadjendo… Gisterenavond, vrijdag, was er speciaal
een rammetje bij ons thuis geleverd. En hij zou deze morgen, zaterdagmorgen,
geslacht worden. Ik was mij vrijdag al eens naast dat beestje gaan zetten en had
hem een naam gegeven: Lamin, omdat hij een beetje leek op onze nachtwaker Lamin
;-) Ik had al spijt dat ik bij dat beestje gaan zitten was, want ik had er nu
al een band mee. Ik weet bijna zeker dat hij mijn naam kon blaten! Maar Lamin
werd inderdaad zaterdagmorgen geslacht, in onze hof. Het was een verlies voor
iedereen. Dani en ik hebben onze ramen
en deuren gesloten en onze muziek maar even in ons oren gestopt om zijn noodkreten
niet te moeten aanhoren.. Toen we een paar minuten later buiten keken, hing
onze Lamin schonekes in onze boom uit te lekken, en zijn kop in PJ’s handen…
toen wist ik al dat dat beestje wreed ging smaken ’s avonds...