zondag 19 mei 2013

Voorlaatste week...



Dag 68 en 69:

Ik heb het gevoel dat ik een beetje uitgepraat ben de laatste dagen… Alles wat we nu nog meemaken is precies een filmpje dat teruggespoeld wordt en opnieuw wordt afgespeeld. Uiteraard zullen er nog dagen volgen die anders zullen zijn: wanneer we naar Senegal gaan en James Island zullen bezoeken,  ga ik jullie weer overspoelen met gebeurtenissen! Maar nu… heb ik niet al te veel te vertellen.
Alé moesten jullie het interessant vinden dat we zondag croque monsieurkes hebben gebakken, ons lang-op-verlekkerd-kriekske in ons bed, zonder elektriciteit met een pillamp op onze kop, hebben gedronken en er een typische meisjespraatavond van hebben gemaakt… wil ik daar gerust de pittige details over bovenhalen hoor!

Ik kan ook vertellen over het feit dat er in mijn klasje al drie keer geld is gesloten onder de leerlingen en dat ik maandag rechter mocht spelen… en dat ik op een uurtje tijd opeens 40 examenvragen over het vak Engels in elkaar moest steken, die mee zullen bepalen of de kinderen naar de volgende graad mogen….

Maandag heb ik wel nog eens genoten van mijn stage, heel letterlijk dan! Ik zal het uitleggen… Die kindjes zijn enorm onder de indruk van mijn haar! Wat logisch is, want Gambianen hebben korte kroezel krulletjes, dus glad “lang” haar zien zij nooit, en dan zeker niet in een lichte kleur! Meestal draag ik mijn haar hier omhoog en helemaal achteruit, wat btw he-le-maal tegen mijn Belgisch principe is… zo zal je mij dus nooit zien lopen door Zwijndrecht, maar met die warmte is dat vaak het beste. Maar als ik dan toch mijn haar eens los laat en het is net gewassen, ben ik voor de meisjes echt één of andere godin met magisch haar. Ken je die stukjes in films als er een knappe vrouw voorbij loopt int slow motion en alle kerels zitten staren? Zo is dat dan, maar dan met mijn haar en mijn tijgertjes van het derde leerjaar.  Ze zitten er dan ook heel de tijd in the wrijven… maar dat vindt juf Joyce zaaaalig! :-) Als ze dan stoppen  met frullen, zeg ik vaak: “No no, go on!”. En tegenwoordig zijn ze extra lief, ik heb zo een paar knuffel trezekes in mijn klas, dan heb ik toch mijn portie affectie gehad hier in Gambia! Volgens mij voelen ze het einde wat naderen… :-)

Dag 70, 71, 72, 73 en 74

Aangezien meneer elektriciteit zich elke avond rond 5 uur ging verstoppen en pas rond 12 uur weer tevoorschijn kwam, terwijl wij al lang lagen te knorren in ons bedje, kon ik even geen blog typen! Spijtig genoeg vergeet ik dan alle kleine details, maar er zijn 2 grote gebeurtenissen die ik niet (zelfs NOOIT van mijn leven zal vergeten. En die ga ik jullie vertellen in een samenvatting van 4 dagen:
Dinsdagmorgen werden we wakker, gelukkig maar, zoals elke morgen. Nietsvermoedend zette ik mijn bril op, aangezien ik anders nooit wakker word… Maar deze morgen was anders als anderen: Ik keek deze keer niet naar hot-babe-Dani… maar naar rode-boebel-Dani. Ze stond vol muggenbeten! Dachten we eerst tenminste… Wat we niet wisten was… dat ons verblijf in Gambia nooit meer hetzelfde zou zijn………………..

We aten alsof het gewone muggenbeten waren, we gingen naar school alsof het gewone muggenbeten waren,…. Maar de boebels werden niet alleen steeds groter en roder (natuurlijk ook omdat onze Dans alles aan het open krabben was alsof het gewone muggenbeten waren) maar… er kwamen ook steeds meer bij! Ik begon ze te tellen en ben uiteindelijk bij 90 gestopt, aangezien ik nog lang niet klaar was. Na enkele uurtjes stond ze letterlijk VOL beten. Allemaal kleine rijtjes van rode boebeltjes… Vreemd!

Thuisgekomen, lichtjes in paniek, vroegen we raad aan Aminata. Het eerste dat zij zei was: ”These are no mosquitos, these are bedbugs! They are very wicked!”.  Wij knikten wel eens, maar verklaarde haar terplekke in het Nederlands een beetje zot… budbugs… dat vind je alleen maar in mottige jeugdherbergen of zo, toch niet in onze gezellige kampbedjes! Maar aangezien onze kop rap zot gemaakt is en ons Dani ondertussen nog meer rode boebels begon door te krijgen, namen we het zekere voor het onzekere en hebben we onze bedden, beddengoed, matrassen,… (alles was met bed te maken heeft) buiten gezwierd. We hebben een nieuw bed frame in ons kamer gezet, en nieuw beddengoed genomen. “Opgelost!”, dachten we…

We vierden onze nieuwe, goeie, putloze matrassen door erop te gaan liggen en mee te zingen met de muziek op Dani haar Ipad.  We waren aan het volop aan het mee kelen met Ho Hey’, toen Dani opeens even helemaal uit de toon ging: Er kroop een beestje over haar bed!  We vingen het, bekeken het, kregen er kiekenvel van en besloten om naar Aminata te gaan voor nader onderzoek. Aminata zei de woorden die we hoopten nooit te horen: “Yes, this is a bedbug!”. 
Dit ging even ons verstand te boven aangezien we zien het vorig bed, de matrassen en het beddengoed allemaal hadden buiten gegooid. Uit paniek zijn we dan maar heel de kamer gaan onderzoeken, met de pillamp op onze kop en in de hand,…maar niets gevonden! Om het zekere voor het onzekere te nemen  (tweede maal..) zouden we voor 1 nachtje verhuizen naar een andere kamer, op het gelijkvloers, zodat Ami onze kamer vol insecticide kon spuiten en al die motzakken kon killen!

Ondertussen de volgende dag op school maakten alle leerkrachten ons bang dat die beesten so cruel zijn, dat zij niet doodgaan door insecticide en dat zij in ons kleren zullen kruipen,… Gevolg? 2 bange schijters die den boel dan maar verhuisd hebben, alle kleren in de zon hebben gelegd, gewassen, geïnspecteerd in elk plooike,… Dit toneeltje heeft 3 dagen geduurd, voor we weer wat gerust op ons plek zaten en, zonder angst dat er een bedbug in ons mouw zat, ons truike konden aandoen. We zitten nu in een nieuwe kamer, nog kleiner als ons vorige kamer. Met 1 groot tweepersoonsbed, waar we een gezellig kamp van hebben gemaakt met ons muskietennet, een paar stoelen als nachttafeltjes en 2 grote kasten die we met al onze macht in de kamer hebben gesleurd om ons bedwantsloos gerief in te leggen… Voor die laatste 10 dagen is het nog ok! Ik heb alvast 4 nachten geslapen alsof iemand met een baseball bat op mijne kop heeft geklopt en ik heb over de mooiste dingen gedroomd, dus mij hoor je niet klagen ;-). Ik heb bijna al mijn kleren weggegeven aan Kumba, die al ligt te pronken met mijn afdankertjes en mijn lakens zullen achterblijven in het warme Gambia, just in case... dat ik die beestjes niet meeneem naar huis!

Dani is tot nu toe al een beetje minder boebelachtig, ze beginnen weg te trekken aangezien ze onder mijn streng oog niet mocht krabben. Ze is opgelucht want nu hoeft ze de namen ‘vlooienbak’, ‘bedwants’, ‘boebel’ en ‘luisje’ niet meer aan te horen. Iedereen in het huis ziet haar toch zo graag!

Ok, nu het 2e voorval, een veel leuker voorval om over te vertellen!

Een stofkop, blauwe rug, 20 schrammen, dazenbeten en een handtastelijke gids verder, hebben we een super safari in Senegal erop zitten! We zijn vrijdagmorgen om 6 uur vertrokken, samen met 2 begeleiders van het bureau waar we hebben geboekt, naar de ferry om aan de overkant opgepikt te worden om naar Senegal te rijden. We kregen genoeg eten en drinken, iets te veel drinken zelf want ik heb mij heel de dag een opgeblazen ballon gevoeld! 

Aangekomen in het park, kregen we een gids toegewezen die ons het park zou rondleiden… Beetje rare kerel, zei niet veel, vreemd zaakske. We vertrouwden hem al van in het begin niet… We stapten in zijn jeep, we mochten gaan staan op de banken en ons vasthouden aan een ijzeren bar. Ik voelde mij eventjes op de titanic, of in één of andere grave avonturenfilm… maar mijn enthousiasme werd al snel naar beneden gehaald toen we op de hobbelige wegen begonnen te rijden… Die auto heeft mijn rug zwaar laten afgezien doordat ik steeds botste tegen die ijzeren baren … daarmee de blauwe rug, ik heb 2 nachten amper geslapen, ik was precies van een stelling gedonderd…  

Bij de eerste stop zagen we zebra’s, antilopen en 1 neushoorn. De neushoorn had normaal een vrouwke maar hij heeft ze per ongeluk doorboord… jammer! Eigen schuld, dikke bult, nu was hij eenzaam. Dani en ik waren wel grote fans van de zebra’s… Dani waarschijnlijk omdat ze afstammen van de paarden (duh!) en ik omdat ze zo’n grappige poep hadden! Loppi juice (lekker kontje) zouden ze zeggen in Gambia :) Wel schoon beestjes, we hebben dan ook fotoshoot gehouden met hen…

We hebben uiteindelijk 2 uur rondgereden, en veel beestjes nog gezien zoals vele soorten aapjes, pumba’s, buffels,… Maar Dani en ik zaten dus op hete kolen voor die giraffen he! Ze konden ons al van in het begin niet garanderen dat we ze gingen zien omdat ze heel snel zijn en zich goed kunnen verstoppen op 6000 hectare. Wij hadden zoiets van “Ale… wij vinden 100 everzwijnen, 20 000 eekhoorns maar zo’n 6 beesten als ne giraf kunnen zich verstoppen?!” Ging er niet in bij ons… Dus blijven hopen. Uiteindelijk stopten we aan een hek, de trip zat er op. Boven ons hoofd verscheen een groot vraagteken en toen de gids zei “Sorry, we hebben ze niet gevonden!”, zaten we er allebei met een mok van hier tot in België (grote mok dus!)

We werden terug naar de inkomhal gebracht om te drinken, even te bekomen (en in ons geval verder te mokken). 2 minuten na onze aankomst kwam er een koppel aan, met een vrouwelijke gids. Dat koppel was duidelijk niet aan het mokken… ze zagen er veel gelukkiger uit dan wij. Ik hoorde dat ze Frans spraken, dus we besloten Dani in te schakelen (aangezien haar Frans stukske beter is als het mijne) om het koppel aan te spreken. Onze eerste vraag kon je al raden zeker?! En ja… zij hadden die giraffen gezien!  Ze toonden hun foto’s en filmpjes en wij waren super jaloers. We vroegen aan die gids waarom ze niet naar onze gids had gebeld, aangezien ze allemaal telefoons dragen. Bleek dat ze 4 keer had gebeld maar onze troeten niet had opgepakt! Wij kregen het er langst alle kanten he!

Lichtjes kokend stappen we naar de 2 Gambianen uit ons boeking bureau om te vragen of ze niet konden regelen of we geen tweede keer het park in mochten, enkel voor de giraffen te vinden. Bob, 1 van de 2, ging “praten” met onze voze gids. Op geen 5 minuten tijd waren die twee zo hard ruzie aan het maken, dat heel het park het kon horen en de giraffen waarschijnlijk gingen lopen... De gids wou duidelijk geen tweede keer met ons het park in (wat ik to-taaal niet begrijp – zo’n toffe biekes da wij zijn!?). Na een half uur waren ze nog niet klaar met bekvechten maar het kon ons niets schelen, wij moesten en zouden die giraffe zien! Uiteindelijk heeft de vrouwelijke gids, van dat Frans koppel ons meegepakt in het park, voor een tweede keer. 

De volgende tocht leek pas echt op een safari, de wegen werden nog hobbeliger, stof was overal, dazen beten in mijn benen, takken sloegen in mijn armen, benen en gezicht,… We waren echt aan het chasen achter die giraffen om ze te vinden… Die vrouw haalde al haar survival skills boven: we gingen helemaal off-road, ze sleurden boomstammen opzij,… alles om die beesten in het vizier te krijgen. En na een half uurtje zagen we opeens 2 mooie giraffen wandelen, tussen de bomen.  Echt ongelooflijke beesten! Achteraf, bij het terugkeren, zaten Dani en ik, heeeeelemaal voldaan met een vreemde lachje op ons gezicht in die auto, naar elkaar te gapen, zonder woorden. En we konden elkaars gedachten gewoon lezen: GESLAAGDE SAFARI!

Verder thuis gaat het wat minder, het begint meer op een beestenboel te lijken bij ons. Op deze moment zitten we weer met ratten, heb ik een muis gezien, hebben we al wat kakkerlakken gemolesteerd en dan die voze bedwantsen! Het gaat er een beetje over… Voor de kakkerlakken roepen we altijd Lamin, onze nachtwaker. Als we ’s avonds naar toilet gaan en we vinden er eentje, steken we onze kop eens buiten en Lamin kent ons al… hij pakt meteen zijn machete en gaat de kakkerlak te lijf! Dan hangt de kakkerlak aan het puntje van zijn machete en komt hij trots met zijn vangst buiten! 

- Door al het stof in Gambia zijn mijn beide oorbellen beginnen ontsteken, maar echt enorm hard. Zelfs harder dan toen ik ze net liet steken. Mijn beide oren staan dik en mijn staafjes zijn helemaal verdwenen. Ik kan niet meer lachen, eten, geeuwen,… alles doet zeer! Ik ben daar gene mens voor, want ik kan daar allemaal niet tegen, dat moet in orde zijn, punt uit.. Ik verzorg dat daarom ook 50 keer per dag, zonder enige verbetering. Vrijdagnacht besloot ik te gaan slapen nadat we een enge film hadden gezien, onze Dani lag al lang over ne knappe vent te dromen (of in haar geval over een schoon paard ;-)) en had zelfs al stukken gemist van onze film. Maar ik geraakte niet in slaap, mijn rechteroor klopte en ik kon langst gene enkele kant slapen omdat mijn linkeroor ook zeer deed (bovenop mijne pijnlijke rug nog eens!).  Dus ik besloot om een uur of 1 ’s nachts toch nog maar eens te gaan ontsmetten, want als er iets in mijne kop zit, zit het niet ergens anders. Richting badkamer… Ik stond met mijn wattenstokske de korstjes er rond los te maken en ik voelde hét komen… mijn oren begonnen te suizen, mijn zicht werd wazig en mijn hoofd  werd een beetje licht. Gelukkig weet ik dan al: Tijd om te gaan liggen!!! Ik ben uit die badkamer gestrompeld, heb mij op ne stoel in de gang geplaceerd en ben een paar minuten naar een ander universum vertrokken… Een zwart gat van enkele minuten. Toen ik weer bijkwam, besloot ik toch maar naar de kamer te gaan. Onderweg kwam het weer op … Ik heb nog net de deur kunnen dichtdoen en ben mij dan maar op de grond gaan leggen om weer terug naar een andere plaats te vertrekken. Ondertussen werd Dani wakker van mijn al dat flauw geval, scheen ze eens met haar pillampje op mijn belebberde kop en haar eerste woorden waren: “Moh Joyce, wa ligde gij daar nu op die kakkerlakkenvloer te doen?!” Ze was wel lief heel voor mij ‘s nachts, ze heeft om het uur eens geschaard om te voelen of ik nog naast haar lag! Ouuuh :-)

Liefste mensjes, ik moet jullie zeggen: Volgende keer is het mijn allerlaatste blogberichtje, want dan kom ik naar huis! Een grote opluchting voor de trage lezers? Tot dan!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten